De Stichting Het “Meyjes-Fonds” werd op 8 april 1904 opgericht door Jeremias Meyjes Jr. (1865-1942) en Mr. Fokke Eduard Posthumus Meyjes (1865-1926).

Hun beweegredenen om een stichting in het leven te roepen, hebben zij destijds uiteengezet in een brief aan de leden van de familie Meyjes. De tekst van die brief (in oud-Nederlands) luidt als volgt:

In uitgebreide families als de onze komt het uit den aard der zaak nogal eens voor, dat enkele leden, minder door de fortuin begunstigd, door een samenloop van velerlei oorzaken in behoeftige omstandigheden geraken en niet in staat zijn in hun onderhoud te voorzien.
Nu in zoovele – ook in aanzienlijke – familien, fondsen zijn gecreëerd om den nood van die verarmde leden te verlichten, hebben wij begrepen dat ook onze familie van een zodanig fonds niet verstoken mocht blijven.

Een paar jaar geleden hebben wij allen, door en na het verschijnen van ons FamilieBoek opnieuw gevoeld, dat er banden zijn, die blijven bestaan ook al worden ze soms vergeten, en dat de familie een eenheid is, wier onderdeelen het niet onverschillig mogen aanzien dat enkelen hunner te ondergaan. Wij hebben het recht niet, een familielid aan gebrek ten prooi te laten, wanneer wij maar weten dat er geleden wordt.

Daarom hebben de beide eerst-ondergeteekenden een som van F 500, – beschikbaar gesteld, die het grondkapitaal van een fonds zal vormen, en bij notariële akte de Stichting: het Meyjes Fonds opgericht. Zij hebben de overige ondergeteekenden bereid gevonden, mede het beheer over de Stichting te voeren, en vormen thans met hen het Bestuur.

Het doel der Stichting is: Ongehuwde vrouwelijke leden der familie, die den naam Meyjes dragen of wier moeder of wier overleden echtgenoot Meyjes heette, en die trachten, door hoofd- of handenarbeid in haar onderhoud te voorzien, maar daarin op onvoldoende wijze slagen, bij te staan. Dit doel is in de Statuten nader omschreven.

Wij hebben ons moeten beperken tot de behoeftige vrouwelijke leden onze familie.
Wij meenden dat, in den regle, de mannelijke beter in staat zijn om in hun eigen onderhoud te voorzien; en bovendien; wilden wij, met de betrekkelijk geringe middelen waarmede wij aanvangen, reeds binnen niet al te langen tijd aan uitkeering kunnen denken, dan moeten wij den kring wel niet al te ruim trekken.

Zal het beoogde doel worden bereikt, dan moet het Fonds, behalve door de storting der oprichters, worden gevormd en vergroot door jaarlijkse bijdragen, giften ineens, legaten, schenkingen etc.

En nu komen wij tot U, met het ernstig en dringend verzoek, ons werk niet te vergeefsch te doen zijn, en door uw bijdragen – liefst jaarlijksche – een zaak te steunen die U van zoo nabij raakt. Niemand kan toch weten of niet te eeniger tijd een zijner naaste verwanten, die zonder zorg de toekomst tegemoet ziet, den steun van ons fonds zal behoeven.

Mogen in de toekomst de vrouwelijke leden onzer familie, die buiten haar toedoen in kommervolle omstandigheden verkeeren, door onze onderlinge samenwerking voor armoede worden behoed.

Wij verzoeken u beleefd, het aangehecht billet zoo spoedig mogelijk, met de toezegging van een groote of kleinen bijdrage ingevuld toe te zenden aan den tweeden ondergeteekende. Gaarne is een ieder onzer bereid, mondeling of schriftelijk deze voor ons allen belangrijke zaak nader toe te lichten. Exemplaren van de Statuten zijn binnenkort op aanvraag te verkrijgen aan bovengenoemd adres a Fl. 1, – ten bate van het Fonds.

  • Jeremias Meyjes Jr. (tak: van Coeverden)
  • Mr. F.E. Posthumus Meyjes (tak: van Manen)
  • J.W. Meyjes Jr. (tak: van Voorthuysen)
  • A.J.P. Meyjes (tak: Götte)
  • Mej. A.E. Meyjes (tak: Dresselhuys)

Het bestuur werd in december 1905 uitgebreid met:

  • Johanna Elisabeth Lobeck-Meyjes (tak: Bonebakker)
  • Willem van Oostrom Meyjes (tak: Everwijn)

Tot zover het bericht van ruim een eeuw geleden. Mede door de veranderende samenleving was het wenselijk om de oprichtingsstatuten op enig moment aan te passen aan de in die tijd geldende maatschappelijke omstandigheden. Dit is sinds de oprichting in 1904 drie keer het geval geweest:

  • 1959: ook mannelijke leden kunnen in aanmerking komen voor ondersteuning. Daarnaast wordt voor niet wettige nakomelingen de deur voor ondersteuning op een kier gezet.
  • 1988: de mogelijkheid om aanvragen te doen voor het verstrekken van studievoorschotten.
  • 2015: ondersteuning kan worden verleend tot en met de tweede generatie van een Meyjes familielid. Verder is het mogelijk geworden schenkingen aan organisaties te doen, waar Meyjes familieleden bij zijn betrokken.

Jeremias Meyjes Jr. (1865 – 1942) op 30-jarige leeftijd, pastel van de hand van Geesiena Maria Meyjes, zijn eerste echtgenote.